Geschiedenis van de Berkhouter kerk
De huidige kerk van Berkhout is gebouwd in 1888, op de plaats waar daarvoor al eeuwen een kerk had gestaan. Het oude gebouw was door een brand verwoest. Hier vind u een geschiedenis van de kerk in vogelvlucht…
Middeleeuwen
Het is niet bekend wanneer de eerste kerk in Berkhout gebouwd is. De oudste vermelding dateert uit 1384, wat een stichting in de eerste helft van de 14de eeuw waarschijnlijk maakt. Vermoedelijk hadden de bewoners van Berkhout zelf het initiatief genomen voor de stichting. Elders in de Nederlanden nam de adel meestal de eerste stap, maar West-Friesland kende nauwelijks edelen en de vrijgevochten bevolking hield de zaken graag in eigen hand. Zolang men de inkomsten voor de pastoor en de koster en het onderhoud van de kerk kon garanderen – door het afstaan van stukken land – kon de katholieke kerk haar goedkeuring geven. En zo kwam er een kerk, vermoedelijk in eerste instantie een houten gebouw. De kerk werd gewijd aan Sint-Joris, de legendarische heilige die een draak versloeg; zijn afbeelding siert nog altijd het wapen van Berkhout.
Het huidige Nederland viel kerkelijk onder het gezag van de bisschop van Utrecht. West-Friesland was een zogenaamde aartsdekenij of aartsproosdij, een kerkprovincie waarvan de proost of geestelijk leider in Hoorn woonde. Aanvankelijk hadden de oudste West-Friese kerken het recht om zelf hun pastoors te voor te dragen, maar daar kwam een eind aan in 1299. Nadat ze een opstand in de regio de kop hadden ingedrukt, ontnamen de graven van Holland de kerken hun oude voorrecht – voortaan droegen zij zelf kandidaten aan.
Het lijkt misschien onbelangrijk, maar dat was het niet: de pastoor kreeg namelijk inkomsten uit de kerkgoederen. De Hollandse graaf kon op deze manier dus mensen belonen. Het belang van de kerkgangers was ondergeschikt. Soms kwam de pastoor die benoemd werd niet eens opdagen, maar streek hij alleen de centen op en liet voor een klein bedrag een ander het werk doen. Dat gebeurde in Berkhout in 1514. Philips de Busco werd benoemd tot pastoor. Hij was kanunnik in Den Haag, waar hij ook bleef; onderpastoor Johan Hendrickz mocht het werk opknappen… Niet lang daarna, in 1527, gaf de graaf van Holland, Karel V, de kerk van Berkhout met alle bijbehorende rechten aan de abdij van Egmond. Zijn rekenmeester werd daarvoor rijkelijk beloond door de abt van Egmond, voortaan mocht de abt de pastoor voordragen.
Reformatie en Republiek
Hun kerk als een handelswaar – we weten niet wat de Berkhouters ervan vonden, maar het laat zich raden. Er was wel meer mis in de katholieke kerk van de late Middeleeuwen en dat leidde tot de Reformatie. We weten niet of Luther en Calvijn al vroeg aanhang hadden in het dorp. In elk geval koos Berkhout in 1572, net als de rest van West-Friesland, de zijde van de protestantse Opstandelingen onder leiding van Willem van Oranje. Dat betekende dat de altaren van Sint-Joris en Onze-lieve-vrouw in de kerk werden gesloopt. Alle schilderijen en beelden verdwenen en de Berkhouter kerk werd ingericht voor de calvinistische eredienst. Wie katholiek wilde blijven was voortaan aangewezen op clandestiene samenkomsten bij mensen thuis.
De eerste dominee heette Christiani. De omslag naar de nieuwe leer was niet eenvoudig: Christiani komt in elk geval zelf niet uit de vraag wat hij moet doen met koppels die al lang in zonde leven: mocht hij die alsnog trouwen, of niet? Het salaris van de predikant werd nu betaald door de overheid. Het kerkelijk bezit (landerijen) kwam in handen van diaconie die de opbrengsten gebruikte voor het ondersteunen van de armen.
De kerk van Berkhout was groot – in de 16de eeuw kwamen er tussen de 400 en 500 mensen, ook uit omliggende dorpen. Het gebouw vroeg regelmatig onderhoud. In 1748 werden er belangrijke vernieuwingen gerealiseerd. Tijdens de Franse tijd, in 1798, kwamen alle gefundeerde kerktorens – dus ook die van Berkhout – in eigendom van de gemeente. Deze torens hadden namelijk niet alleen een kerkelijke functie, ze waren ook baken, uitkijktoren, vaak gevangenis – kortom: ze hadden een algemeen nut voor de gemeenschap. In Berkhout vonden de bijvoorbeeld de raadsvergaderingen plaats in de toren, dat duurde tot 1865. In 1841 werd de toren, die was scheefgezakt, vernieuwd, maar in 1871 waren er alweer grote reparaties nodig. Nog altijd is het beheer van de toren een zaak van de gemeente.
De huidige kerk
De kerk van Berkhout speelde een belangrijke rol in het dorpsleven en dus was het zaak het gebouw goed te onderhouden. In de 19de eeuw werd de vloer aangepakt, er kwam een nieuw portaal en in 1876 zelfs petroleumverlichting. Alle gedane moeite werd echter in één dramatische nacht teniet gedaan. In de toren was nog altijd een gevangeniscel. Daar stak arrestant Pieter Borst in de nacht van 3 december 1883 zijn bed aan, met catastrofaal gevolg. De toren en de hele kerk gingen in vlammen op; Pieter zelf zat achter slot en kwam om in de vlammenzee.
Gelukkig was de kerk goed verzekerd en er werd dan ook niet geaarzeld: vrijwel onmiddellijk begon men aan een nieuw kerkgebouw. Na een informatieronde door de omgeving koos men de kerk van Nieuwe Niedorp als voorbeeldkerk voor het schip; voor de nieuwe toren stond Dirkshorn model. Nog in 1884 gingen 250 heipalen van 10 meter en 56 kortere de grond in voor de fundering en in 1885 was het nieuwe gebouw, de huidige kerk, al klaar om in gebruik te worden genomen.
Gedurende het eerste deel van de 20ste eeuw vervulde de kerk nog een belangrijke religieuze rol in de gemeenschap, maar dat werd daarne minder. Gedurende de jaren 70 is een deel van het interieur verdwenen, zoals ondermeer de preekstoel. Na een brand in het dorpshuis werd in de kerk een houten vloer gelegd voor onder andere gymnastieklessen. In 1985 besloot de Hervormde Gemeente de kerk voor een gulden te verkopen verkocht aan de Stichting Berkhouter Kerk. Deze Stichting draagt sindsdien zorg voor het behoud en restauratie. In 1989 kregen de kerk en het orgel de status van Rijksmonument. Na een eerste renovatie van de zuidmuur en de zuidzijde van het dak begin jaren 90, is de kerk in 2012 en 2013 intern en uitwendig grondig gerenoveerd. Het prachtig opgeknapte gebouw is nu cultureel centrum.
Het Van Dam-orgel, het uurwerk en de luidklok
De Berkhouter kerk bezit een fraai, monumentaal orgel dat is gebouwd door de beroemde 19de eeuwse orgelbouwers Van Dam. In de oude dorpskerk die afbrandde in 1883 was sinds 1841 al een Van Dam-orgel aanwezig. Nadat de huidige kerk was verrezen, koos men opnieuw voor de Leeuwarder firma. In 1887 kreeg van Dam de opdracht een nieuw orgel te bouwen, gekozen werd voor een zogeheten sleepladen-orgel met zijkant-bespeling. Al een jaar later werd het nieuwe instrument in gebruik genomen.
Vóór de brand beschikte de kerk van Berkhout over een eeuwenoude luidklok, gegoten in 1479. Ook deze ging verloren in 1883, net als het uurwerk. Het huidige uurwerk in de kerktoren dateert uit 1904 en is geleverd door de stadsuurwerkmaker van Den Haag, de heer L.W.F. Volcke. Die had het uurwerk gekocht bij de Franse uurwerkfabriek J.D. Cadet in Mobier. Er kwam ook een nieuwe luidklok, maar die is in 1944 door de Duitsers in beslag genomen. Sinds 1948 hangt er weer een klok in de toren, de derde op rij dus. Waar deze nieuwe klok vandaan komt, is onbekend.